Ongeveer een maand geleden liep ik met mijn lief te winkelen in Utrecht. Het is haar geboorteplaats en een keer in de paar weken moeten we naar Utrecht en moet ze de Dom even aanraken. We zwierden ’s morgens vroeg over de Oude Gracht en kwamen bij een grote boekhandel langs. Voor de boekhandel was een orgelman zijn muziekinstrument aan het uitpakken en werd alles in gereedheid gebracht om daar een mooi concert ten gehore te brengen. Kennelijk ging zijn vergunning pas in om 10.00 uur want er werd gewacht tot de Dom liet merken dat het tien uur was en daar ging het los. Nu heb ik al sinds ik een kind was een zwak voor draaiorgels. Dus ik blijf vrijwel altijd staan en bewonder het mechaniek, de trommels, de harmonica en soms zelfs een blaasinstrument. Vroeger, toen ik mijn liefde voor draaiorgels opdeed, werd er nog met de hand gedraaid. Dat was nog eens vakwerk. Een van de orgelmannen legde een boek in het mechaniek, pakte de slinger en draaide. Dat moest in een gelijkmatig tempo want anders klonk het vals. Met open mond stond ik daar als vijfjarige naar te kijken maar het mooiste was als de orgelman het draaien afwisselde van zijn linker naar zijn rechterhand en andersom. Ik stond dan te luisteren of je niet kon horen dat hij met z’n andere hand ging draaien en of het tempo gelijk bleef. Dan moest je toch zeker wel het diploma orgeldraaier 1e klas hebben gehaald.
Nu hebben ze in Utrecht een prachtig museum: “Van speeldoos tot pierement” waar allerlei mechanische muziekinstrumenten te zien en te beluisteren zijn. Zeker een must voor 5 jarigen maar ook nog steeds voor oudere liefhebbers, zoals geïnteresseerde aow-ers. Soms kan er daar zelfs door iemand uit het publiek met de hand een draaiorgel bediend worden. Zeker een must.
Maar even terug naar het draaiorgel wat om tien uur was begonnen met zijn ronde door Utrecht. Het was een vrij jonge orgelman die zijn zoon had meegenomen, ik schatte het manneke op een jaar of 9. Die kreeg van zijn vader zo’n koperen bakje, een zogenaamd mansbakje, waar je geld in kunt gooien en wat de mannen dan op het ritme van het draaiorgel laten rammelen. Met zwier stond die kleine te rammelen en wees nu eerlijk, daar kun je toch niet aan voorbij lopen. Hij kreeg zijn beloning.
Datzelfde maakte ik mee ongeveer 20 jaar geleden in de Heuvelstraat voor de Hema. Het was kerst en twee mannen probeerden met hun orgel een boterham te verdienen. Ik stopte natuurlijk weer om het wonder te aanschouwen. Er gebeurde iets vreemds. Ze wisselden een boek en ineens kwam op een wonderschone manier “stille nacht, heilige nacht” uit het instrument. Nu moet je eens proberen om op een fatsoenlijke manier een geldbakje ritmisch te laten rammelen op dat muziekstuk. Ze probeerden het wel maar vielen na 10 seconden stil, daar was geen goed garen mee te spinnen. Ze gingen toen maar heel devoot met het mansbakje voor hun buik staan. Het leek wel of ze in de kerk stonden. Opgelucht werd het boek gewisseld en kwam er een iets wereldser stuk muziek uit hun instrument. Met zwier hervatten zijn hun arbeid. Ik begreep hun opluchting.