Op het rek met de sterke dranken, boven de bar, hangen over de flessen feestelijke hoedjes, van (Vader) Abraham 50 tot carnaval en van mom tot bakkes, van pluim, kleurrijk eenvoudig tot uitgedost; hoedjes die zeggen: “Geef me een vinger en het feest barst los.”

“Heren willen jullie wel een beetje doordrinken, ik wil nog wel wat verdienen vandaan,” zegt Koos, kastelein Koos, tegen het biljartend ‘collectief’. De mannen lachen ontspannen, ze zijn hier duidelijk voor de lol. En het plezier en met stootgemiddeldes van 0,25 of heel misschien net wat hoger is dat natuurlijk ook beter zo. Wij zijn bij Café De Korenbloem aan de Staringstraat / hoek Korenbloemstraat.

Ikzelf ken de horecagelegenheid, die al sinds 1970 bestaat vooral als frituur. Lange tijd werd de combinatie gemaakt van bar en cafetaria. Wij kwamen aan de ene kant van de wand in het cafetariadeel om onze bestellingen te doen en af te halen en zagen in onze ooghoek wel dat er zich aan de andere kant een bar bevond, maar daar kwamen wij niet. Een verklaring heb ik daar overigens niet voor en het is ook best een tijd geleden en ook de overstap naar volledig (buurt) café is mij indertijd enigszins ontgaan.

Nu fiets ik langs en zie, zeker op zonnige dagen, een vrolijke meute op het ruime buitenterras discussiërend, onder genot van vooral Dommelsch-jes, over de op een groot schoolbord aangebrachte voorbeelden van authentieke buurtkroegpoëzie: “Ik heb geen oppas nodig, er zijn er al genoeg die op me letten.” Elke week worden de spreuken door kastelein Koos vernieuwd. Hij kent ze of haalt ze van internet of krijgt suggesties van zijn kroegtijgers en er stopt ook regelmatig een auto, een fiets, een brommer of een voetganger om een briefje met suggesties in de brievenbus te stoppen of aan de bar af te geven. (Voor de liefhebber: instagram Hugo Braun voor meer over deze gezegdes en spreeksels).

Stel: je hebt een goed draaiend cafetaria annex bar in een gezellige authentieke buurt maar de gezondheid van jouw man gaat achteruit en jijzelf blijkt fysiek niet bestand tegen RVS. Alles in een frituur is RVS. Dan blijft er weinig keuze. Hij was al klant, hij had al horeca-ervaring aan de Hoefakkers, hij was en is al buurtbewoner en zo kocht hij De Korenbloem, Koos. We hebben het al eerder geconcludeerd. Ondanks het ontmoedigingsbeleid van de overheden blijven er nog (soms) buurtcafé’s overeind, bierkaaikroegen. Misschien een aandachtspuntje voor de Gemeentelijke Taskforcegroep verbindingen in de wijk 2.0.

Aan de Staringstraat / Korenbloemstraat staat een ouderwets hedendaags buurtcafé met een biljart, dartsbord, spaarkas, roken bij de buren en ‘wè zedde gij toch unne zot’ en ‘jeh zot op jou’ en ‘wè, ge denkt toch nie dè ik vur de koffie kom’ en ík moet nog rijden ‘doe mij maar een muntje’ En alle vrouwen in de kroeg en alle mannen in de kroeg en allen op de oude en op de nieuwe media: wat een gezellige plek, wat een familiale plek en wat een gastvrouw: Anita! Dus.

Ps. En Koos ook een beetje, toch?